Zowel
te presenteren
als
voorgerecht en
als bijgerecht.
Ingrediënten:
500 gr
Cipolline uitjes
(Makro,
Sligro of goede groentenboer)
(een
alternatief zijn sjalotten, maar helaas niet zo fijn
van smaak)
2 tenen knoflook
2 grote kappers kersformaat, fijn gesneden of 1 el
kleine kappertjes
1 rode ui gesnipperd
1 stengel bleekselderij
4 el gesnipperde verse peterselie
8 basilicumbladen fijngeknipt
5 el olijfolie
Klein blikje tomatenpuree
150 cc witte wijnazijn
2 el klaverhoning (in het Italiaanse recept
kastanjehoning; zie die maar eens te krijgen)
3
el
suiker
1 limoen
De bereiding:
De Cipolline uitjes laten zich moeilijk pellen omdat
ze zo plat zijn (ongeveer 3x zo breed als hoog, wat
ook de verhouding zou zijn van iemands niet nader
genoemde
schoonmoeder)
Snijd alle harde stukken
van de uien af. Breng een grote pan met zout water
aan de kook en blancheer de uitjes hierin ca. 2
minuten. Afgieten en met koud water afspoelen en
even wegzetten.
Hak de knoflook, de rode
ui, de bleekselderij en de kruiden fijn. Verhit de
olijfolie in een hapjespan of kleine wokpan en
sauteer de groenten gedurende 3 minuten.
Voeg de Cipolline uien
toe en bak ze een paar minuten mee.
Roer de tomatenpuree
door de wijnazijn en los de honing op in een kopje
met warm water. Doe beiden geleidelijk door het
gerecht onder voortdurend roeren.

Doe de deksel op de pan en laat dit ongeveer 15
minuten op laag vuur stoven.
Laat het niet droogkoken
en doe daarom na 7 minuten wat water erbij.
De bedoeling is, dat de uitjes beetgaar worden>
Proef de jus om de
uiteindelijke smaak te bepalen. Op eigen smaak
brengen met peper en zout en naar mijn voorkeur met
een hele uitgeknepen limoen. Hierdoor kan het
gerecht te zuur worden, voeg dan extra suiker toe.
Het ideaal is een neutrale zoet-zure smaak.
Serveer de Cipolline
koud als antipasto en warm, bijvoorbeeld in
combinatie met lamscarbonades.

Eet smakelijk en…
Zo eet ik nu iedere dag!
|